Gabo

Standaard

Op zoek naar het huis van Gabo Buendía volgde ik de gele vlinder door de straten van Macondo, langs de hoerenkast van Pilar Ternera en het verborgen graf van de incestueuze zoon met het varkensstaartje tot op het kermisplein waar de zigeuners het ijs aanprezen als het zevende wereldwonder.

Voorbij het plein landde de vlinder op de tak van een frailejones die groeide op de hoek van een naamloze steeg. Van overheidswege ingehuurde sloopbrigades waren bezig de steeg in zijn geheel neer te halen met betonhamers, dynamietstaven en kettinggezaag. De vadsige opzichter van het sloopproject, die kolonel Aureliano Buendía nog gekend had uit de tijd dat ze samen vochten tegen het puta leger van generaal Caldoron, informeerde me dat de Buendía’s op nummer 74 noodgedwongen de wijk hadden genomen naar Zipaquirá, een sloppenwijk op het moeraswater aan de oostelijke rand van Macondo.

 

“Alle families zijn ruim van te voren gewaarschuwd hun huis te verlaten señor”, beweerde de opzichter terwijl hij de gele Atlasvlinder wegjoeg met een welgemikte fluim van zijn pruimtabak. “De brief van de gemeente was heel beleefd señor , ik heb hem zelf gelezen señor, u moet begrijpen señor, de stadkust wordt opgeschoond señor, er komt hier een nieuw casino en een 24/7 shopping mall señor, we moeten verdomme iets doen om de toeristen terug te lokken señor, die cabrones durven niet meer te vliegen señor sinds die kaboem in Los Ustados Unidos, dus heeft de burgemeester besloten señor , hoe stond het er ook al weer, o ja, ‘om alle ongeautoriseerde constructies in Zipaquirá te ontruimen’, er zullen binnenkort nog meer straten in de buurt volgen, gelooft u me señor, de plannen van de gemeente zijn estupendo!”

De volgende ochtend besloot ik een van de gondels te nemen die langs de oostelijke rand van het moeras op het groezelige water lagen te dobberden en de oversteek te maken naar Zipaquirá. Op de bodem van mijn rugzak, naast een fotocamera, een doosje malariapillen en een vergeelde stadsgids, lag de aardewerken urn met de as van Gabo. Vertwijfeld vroeg ik me af of ik zijn familie in een dichtbevolkte sloppenwijk zou kunnen traceren om hen de stoffelijke resten te overhandigen. Mijn enige aanknopingspunt zat opgeborgen in de binnenzak van mijn colbert: een zwart-wit foto van de jonge Gabo met een vliegende katholieke missionaris op de achtergrond, genomen toen hij nog bij zijn grootouders woonde in het kustplaatsje Aracataca.

Ik ritste het voorvak van mijn rugzak open en haalde tien Amerikaanse dollars tevoorschijn. ‘Als ik je dit geef’, vroeg ik aan een van de roeiers, een kale, rijzige mesties met een sikje en een zonnebril op met kapotte donkere glazen, ‘hoe lang kun je me dan rondvaren?’

De roeier, die zich voorstelde als José Arcadio, pakte het biljet aan met één hand en hield het tegen het zonlicht. Vervolgens wreef hij het papier fijn tussen zijn vingers. Overtuigd van de echtheid van het biljet, vouwde hij het dubbel, stopte het in de geldbundel die aan een riem vastzat rondom zijn magere middel. ‘Si desea señor’, antwoordde hij terwijl hij mij de boot introk en met versnelde slag richting de waterwijk roeide, ‘espero a que salga la luna, no hay ningun problema.

Tot laat in de loeihete middag voer José Arcadio me langs honderden schots en scheef staande hutten op palen, de roestbruine golfplaten daken gehuld in rokerige nevelen afkomstig van visrokerijen op drijvende vlonders. De gesteven kraag van mijn witte blouse jeukte in mijn zweterige, door moerasmuggen bestookte nek. Ik toonde het portret aan in kleurige doeken gewikkelde vrouwen die met hun baby’s op de rug gebonden in kleermakerszit tussen hun schaarse bezittingen zaten. Aan mannen die huis aan huis palmharten, papaja’s en groene bakbananen verkochten, uitgestald op de vochtige bodem van hun krakkemikkige bootjes. Aan slungelige pubers die hun gondels behendig punterden door het raster van naar riool stinkende waterwegen tussen de dicht tegen elkaar aangebouwde paalwoningen.

Ik had de hoop al bijna opgegeven toen José Arcadio aanmeerde bij een vlonder voor het houten geraamte van een krotwoning met een dak van oranje plastic zeil. Op de vlonder zat een vissersvrouw op haar hurken naast een blauwe bak, tot aan de rand toe gevuld met tilapia. Één voor één pakte ze een dode vis uit de teil, stak de staart vast aan de kop en legde hem op een barbecuerooster waaronder een laagje kolen lag te gloeien. Toen ik haar het portret van Gabo liet zien, wees de vrouw zonder aarzeling naar een half wegzakkende barak schuin aan de overzijde van de waterweg.

José Arcadio peddelde de gondel naar de verzakte paalwoning. Ik nam de rugzak en stapte de boot uit, de vlonder op. Achter me stak José Arcadio de spaan als een hefboom in de ondiepe modderbodem. Hij ging zitten op de dwarslat bij de achtersteven en begon een sigaret te rollen.

In de deuropening van de barak op stelten bleef ik stilstaan. Voorin de schamele paalwoning sliepen twee kleine kinderen tegen elkaar aan op de kale grond. Stukken kleding en visgereedschap lagen rondom hen heen verspreid op de vochtige houten vloer. Vissersnetten, de mazen dun en fijn, hingen in bundels aan het lage plafond. Wat borden, plastic drinkbekers, juten zakken met de opdruk Bananas Produced in Macondo opgestapeld langs een wand. De enige versiering aan de muur was een kleurenprent van de heilige Remedios de Schone die op een dag, bij het opvouwen van de lakens, ten hemel was gevaren.

In een hoek van de barak zat José Arcadio Segundo wijdbeens voor een strogele teil met krabben. Binnen het bereik van zijn hand lag een kapmes waarmee hij de scharen, opeen gehoopt in een tweede bak met water, van hun romp verwijderde. Renata Remedios, Rebeca en de zeventien naakte zonen van kolonel Aureliano Buendía zaten in een andere hoek gehurkt rondom een conservenblik. Amaranta Ursula, een tienermeisje met lang, ravenzwart haar en verrotte tanden, schraapte net een klont gesuikerde rijst uit het blik en stopte het in haar mond. De naakte jongens, hun monden volgepropt, zaten onbeweeglijk als leguanen op een rots. Hun strak gespannen buiken puilden uit tussen hun broodmagere benen.

Ursula Iguaran, haar gebeeldhouwde gelaat een mengeling van indiaanse en negroïde trekken, nam me stilzwijgend in zich op met een zware, ondoorgrondelijke blik. Vanaf zijn plek staarde José Arcadio Segundo me onafgebroken aan, een harde, starre blik in zijn ogen, zijn gespannen hand een greep verwijderd van het kapmes naast hem op de grond.

De drukkende hitte binnenin de hut was bijna ondraaglijk. Log en massief hing de stilte tussen mij en Gabo’s bloedverwanten in. Het brakke water onder de paalwoning, verspreider van een adembenemende stank van rottend voedsel en excrementen, spiegelde tussen de spleten van de plankvloer. Een rat zo groot als een jonge kat schoot vanonder een juten zak de kamer in, schoot weg over de stoffige vloer en verdween door het poepgat met een plons het brakke water in.

Plotseling werd een van de kinderen die op de grond lag te slapen wakker. Het jongetje, bruin en spiernaakt, wreef zijn vuistjes in zijn ogen en ging rechtop zitten. Toen hij mij in de deurpost zag staan, bevroor hij. Half angstig, half nieuwsgierig gaapte hij de vreemde gestalte aan. Zo nu dan zochten zijn ogen de blik op van zijn moeder Ursula Iguaran, die nauwelijks merkbaar met haar hoofd knikte.

Aarzelend schuifelde het jongetje op me af. Op een veilige afstand bleef hij stilstaan. Ik hurkte door mijn knieën en zette de rugzak voor me neer op de grond. Vanuit mijn ooghoeken zag ik dat José Arcadio Segundo zijn hand op het handvat van het kapmes legde. Voorzichtig deed het jongentje een stap naar voren en begon aan de canvas stof van mijn rugzak te plukken.

Abierto, abierto!’, riep hij.

Ik ritste de zak open en haalde een balpen tevoorschijn. Het jongentje griste de pen uit mijn hand en stopte het in zijn mond. Toen hij een vies gezicht trok van de smaak en zijn boventanden bloot vielen, was een van zijn voortanden blauw geworden van de inkt.

Ursula Iguaran lachte.

De spanning brak. Het jongentje ging bij Amaranta Ursula en andere kinderen zitten om te eten. José Arcadio Segundo stak brandhout aan onder een rooster dat op de vlonder stond en legde krabbenscheren op de gril om gerookt te worden. Renata Remedios bracht me een kom met water uit een regenton. Toen wekte Ursula Iguaran het meisje dat nog lag te slapen, nam haar op schoot en nodigde me uit bij haar te komen zitten.

Digame señor’, vroeg ze toen terwijl ze het huilerige meisje in haar armen wiegde, ‘por qué estás aqui?

Ik vertelde het haar.

Ursula Iguaran glimlachte opnieuw. ‘Pero por que estas tan triste?’, zei ze verbaasd. ‘El no murió para que podemos vivir para siempre?’ 

                                         * * * *

Verklarende woordenlijst:

Frailejones: grote Colombiaanse plant met goudkleurig blad.

Puta: hoer

Cabrones: klootzakken

Estupendo: geweldig

Si deseo espero a que salga la luna, no hay ningun problema: als u wilt wacht ik tot de maan opkomt, geen enkel probleem.

Abierto, abierto!: maak open!

Digame señor, por qué estás aqui?: Zeg me waarom u hier bent? 

Pero por que estas tan triste? El no murió para que podemos vivir para siempre?: Maar waarom kijkt u zo bedroefd? Is hij niet gestorven opdat wij voor altijd leven?

PS

Gisteren namen duizenden In het Paleis van de Schone Kunsten in Mexico Stad afscheid van de afgelopen donderdag overleden Colombiaanse schrijver Gabriel Garcia Marquez. Door zijn fans werd Marquez ook wel liefkozend ‘Gabo’ genoemd. Bezoekers van de plechtigheid droegen gele papieren vlinders, een verwijzing naar zijn meest bekende roman Honderd jaar eenzaamheid, een kroniek van de familie Buendía waarvan de stamvader José Arcadio Buendía het stadje Macondo stichtte.

De vlinder verwijst naar Mauricio Babilonia, de geliefde van een van de zussen van José Arcadio Buendía, een man die overal waar hij ging steevast “omringd werd door de gele vlinders van de liefde.”

Alle namen in ‘Gabo’ tenslotte verwijzen naar namen van personages uit Honderd jaar eenzaamheid.

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s